maandag 27 juni 2011

The virtual revolution - Gevolgen voor de maatschappij

De BBC heeft regelmatig interessante documentaires over van alles. Vorige week stuitte ik op de documentaire The Virtual Revolution. Het inspireerde mij tot twee blogs. Deze eerste blog ging over de life-cycle van informatie. Dit tweede deel gaat over het effect van de Virtual revolution op de maatschappij.

Tijdens de Virtual Revolution komt ook de term internetverslaving naar voren. Nu is "verslaving" een term die ik associeer met "overmatig" en "negatief". Een alcoholverslaving is iets wat duidt op het overmatig gebruik van alcohol, zodanig dat het negatieve consequenties heeft op het sociale gedrag en de gezondheid van de verslaafde. Nu kan, in extreme gevallen, internet dit effect ook hebben. Teveel internetten kan inderdaad negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid en het sociale gedrag. In de documentaire wordt echter vergeten dat zeer intensief internetgebruik juist ook het sociale gedrag van de gebruiker kan verbeteren. Juist door het internet kunnen mensen soms gemakkelijker in contact komen met andere mensen. Soms is juist de afstand en ook de mogelijkheid om anoniem te zijn drempelverlagend.

Daarnaast wordt het internet gezien als een stimulans om weliswaar meer vrienden te hebben, maar daarmee minder hechte banden te hebben. Ook dit is maar zeer de vraag. In het fysieke leven hebben mensen een sociale relatie met ongeveer 150 mensen. Niet allemaal intensief, maar genoeg om over een relatie te spreken. Op Facebook hebben mensen gemiddeld 108 vrienden en met 5 daarvan heb je dagelijks interactie. Dat is dus niet eens zo anders.

Een derde ontwikkeling die wordt genoemd is dat de manier van denken veranderd. Van lineair denken gaat men steeds meer naar associatief denken. Dat is anders, maar niet noodzakelijk slechter. De encyclopedieën van voor 1700 waren ook associatief. Alle onderwerpen waren gegroepeerd in categorieën. In de 18e eeuw kwamen de eerste alfabetische encyclopedieën op de markt. De reden voor deze verandering was overigens niet de toegankelijkheid en vindbaarheid van de lemma's. Het categoriseren van onderwerpen is een subjectieve aangelegenheid. Hoort het lemma 'kerk' nu bij gebouwen, organisaties of religie? Om de encyclopedie objectiever te maken, moesten deze associaties doorbroken worden. Het alfabet was een nuttig ordeningsprincipe dat waarden-vrij is.

Sociale interactie en kennisverwerving is niet waarden-vrij. De keuze van onderwerpen, de toepassing van de verworven kennis en de selectie van bronnen zijn juist zeer subjectieve processen. Deze processen kunnen beter op een associatieve manier plaatsvinden dan op een lineaire manier. Ook hier geldt dus dat door het internet de manier van denken wel veranderd, maar dat deze daardoor niet noodzakelijk slechter wordt.

Samenvattend heeft de Virtual Revolution nogal wat gevolgen voor de wijze waarop wij informatie consumeren en de wijze waarop wij onze relaties met elkaar opbouwen en onderhouden. Sommigen wijzen vooral op de negatieve consequenties (zoals de BBC in deze documentaire) en anderen wijzen vooral op de positieve consequenties. Ik denk dat het vooral anders wordt. Er komen nieuwe mogelijkheden en nieuwe bedreigingen. We zullen nieuwe vaardigheden moeten leren om ermee om te gaan, maar uiteindelijk is het de gebruiker die bepaalt wat de effecten zijn.

maandag 20 juni 2011

The virtual revolution - The Consumption Web

De BBC heeft regelmatig interessante documentaires over van alles. Vorige week stuitte ik op de documentaire The Virtual Revolution (zie http://www.bbc.co.uk/virtualrevolution/). Het inspireerde mij tot twee blogs. Deze eerste blog gaat over de life-cycle van informatie. Volgende week zal ik het tweede deel publiceren, dat gaat over het effect van de Virtual revolution op de maatschappij.

De life-cycle van informatie doorloopt globaal vier stappen:
1. Het creëren van informatie
2. Het kopiëren van informatie
3. Het distribueren van informatie
4. Het consumeren van informatie
In de middeleeuwen waren alle vier de stappen een zeer tijdrovend en arbeidsintensief proces. Alles ging op papier en met de hand geschreven. Kopiëren betekende overschrijven. Distribueren ging met de fysieke post.

Het efficiënter en effectiever maken van dit proces heeft zich tot nu toe in drie grote revoluties ontwikkeld. De eerste revolutie was die van de drukpers. Door de uitvinding van de drukpers werd vooral het kopiëren van informatie veel gemakkelijker. De tweede revolutie is de digitalisering en internet 1.0. Door de digitalisering werd het creëren, kopiëren en distribueren van informatie weer makkelijker en sneller.

Met de komst van internet 2.0 werd de volgende stap gezet in de ontwikkeling van dit proces. Het creëren van informatie werd van een individueel proces, een proces dat ook gezamenlijk kan worden aangepakt. De snelheid van schrijven en de omvang van Wikipedia zijn daar een goed voorbeeld van. Ook het concept van mash-up maakt door het combineren van verschillende informatiebronnen het mogelijk om nieuwe inzichten te creëren. Het distribueren kreeg ook een enorme versnelling doordat niet alleen de auteur de distributie voor zijn rekening nam, maar her-distributies door iedereen kan worden gedaan. Door ontwikkelingen als Digg-it, Delicious en Twitter kunnen interessante verwijzingen naar informatie gemakkelijk keer op keer naar nieuwe doelgroepen worden doorgezet. Hiermee ontstond ook een informeel en collectief redactieproces.

Het consumeren van informatie heeft zich in bovenstaande revoluties nog het minst ontwikkeld. Alleen het informele, collectieve redactieproces heeft hier een bijdrage aan geleverd. Verdere filtering van alle beschikbare en binnenkomende informatie is nodig om het consumeren van informatie effectiever te maken. Internet 3.0 heeft de afgelopen jaren de belofte in zich gehad om dit te realiseren. Maar van het semantische web, zoals internet 3.0 ook wel genoemd werd, hoor ik de laatste tijd niet zoveel meer.

Misschien komt het wel door die term, het semantische web. Voor veel mensen is dat best een abstract begrip. Wanneer we Internet 3.0 hernoemen, tot bijvoorbeeld The Consumption Web, wordt het weer concreet (deze term komt overigens niet uit de genoemde BBC-documentaire, maar heb ik zelf bedacht). Het filteren van informatie, intelligente vormen van navigatie en persentatie, automatische samenvattingen en automatische vertalingen verbeteren allemaal de efficiëntie en effectiviteit van de consumptie van informatie. Daarmee vallen ze m.i. onder Internet 3.0.

De BBC laat via een andere weg zien dat het anders aanbieden van informatie het consumeren van informatie effectiever maakt. Zij noemen het "3D Interactive Documentary Explorer" (zie http://www.bbc.co.uk/virtualrevolution/3dexplorer_start.shtml).

Wanneer jullie meer aansprekende voorbeelden van The Consumption Web hebben, hoor ik ze graag.

woensdag 15 juni 2011

Wijze kenniswerkers slapen beter

Het werk van een kenniswerker is nooit af – denk maar eens terug aan de laatste keer dat je een beleidsnotitie, adviesrapport, offerte of ontwerp schreef. Het moment waarop jij besloot dat het document klaar was, zal in veel gevallen van buitenaf bepaald zijn, bijvoorbeeld door een vooraf opgelegde deadline. Een andere optie is dat jij er zelf voor koos om de rest van de dag aan zaken te besteden die in jouw ogen een hogere prioriteit hadden dan het verder verbeteren van het rapport.



Een andere reden waardoor kenniswerkers hun werk niet af krijgen, is dat harder of langer of slimmer werken weliswaar je output verhoogt, maar tegelijkertijd het aanbod van nieuw werk vergroot. Doe maar eens het volgende (gedachte)experiment: stel, je hebt op een dag vijftig e-mails ontvangen. Als je deze e-mails allemaal op die dag zelf beantwoordt, zullen voor een aantal e-mails morgen alweer nieuwe reacties in je inbox zitten. Als je besluit de e-mails pas morgen te beantwoorden, zullen de reacties gemiddeld genomen een dag later terugkomen. Niet alle e-mails verdragen uitstel, maar een groot deel wel.



Vind rust



Dat het werk van een kenniswerker nooit af is, heeft twee consequenties. Ten eerste moeten we daar aan leren wennen. We kennen allemaal mensen om ons heen die met een onrustig gevoel naar bed gaan als er werk is blijven liggen (op sommige dagen hebben wij daar zelf misschien ook wel last van), maar naar bed gaan als al het werk af is, is blijkbaar niet langer een optie. We zullen daarom vooraf een afspraak met onszelf moeten maken: dit is het werk dat ik vandaag doe, de rest doe ik niet of later. En we zullen onszelf moeten leren om met het nakomen van deze afspraak tevreden te zijn en daar rust in te vinden.



Maak keuzes



De tweede consequentie van het nooit afkomen van werk is dat we keuzes zullen moeten maken in wat we wel en wat we niet doen. We zullen dus dagelijks prioriteiten moeten stellen. En we zullen daar transparant over moeten zijn. Niet iedere werkrelatie staat zonder meer open voor een opmerking als: ‘Mijn huidige prioriteiten staan het inwilligen van jouw verzoek momenteel niet toe’ of: ‘Dat kan ik voor je doen, maar dan moet ik een andere activiteit minder aandacht geven of laten vallen’. En toch zullen we dat tegen elkaar moeten zeggen. Dat is integer, respectvol en helpt de ander de consequenties van zijn vraag en onze keuze te doorgronden en daar actie op te nemen.



Het Nieuwe Werken: geen centrale sturing



Nu stelt een van de stromingen van Het Nieuwe Werken dat de wereld te complex geworden is en te snel verandert om nog centrale sturing toe te kunnen passen. Het boek De Zeester en de Spin van Ori Brafman en Rod A. Beckstrom handelt hierover en inspireerde mij al enige malen om hierover te schrijven. Brafman en Beckstrom dragen een groot aantal succesvolle bedrijven aan dat met een decentraal besturingsmodel heel succesvol is. De verantwoordelijkheid om dagelijks keuzes te maken en prioriteiten te stellen ligt dan ook decentraal in de organisatie. Bij de kenniswerker zelf dus.




Barry Schwartz en Kenneth Sharpe komen in hun boek Practical Wisdom via een geheel andere route tot dezelfde conclusie. Zij stellen dat centrale regelgeving moet worden vervangen door zelfsturing van kenniswerkers op basis van vakkennis en kennis van de casus waaraan ze werken. Dit leidt tot een werksituatie waarin mensen:
1. leren van hun fouten,
2. sneller besluiten kunnen nemen,
3. leren van discussie tussen mensen,
4. gedwongen worden na te denken over nieuwe of tegenstrijdige situaties,
5. het belang van ervaring leren erkennen.
Zij voegen daaraan toe dat het bezitten van practical wisdom niet voldoende is. Je moet ook de ruimte hebben om het toe te passen en het willen toepassen. Die laatste twee aspecten worden door centrale regelgeving juist tegengewerkt. Het neemt de ruimte voor eigen keuzes weg en vaak ook de motivatie om dat stapje extra te willen doen.



Geef ruimte



Veel managers van kenniswerkers vragen mij hoe zij hen na de invoering van Het Nieuwe Werken moeten managen. Na het lezen van bovenstaande, zal mijn antwoord niemand verbazen. Vrij naar Mathieu Weggeman, hoogleraar Organisatiekunde aan de Technische Universiteit Eindhoven en Chef Innovatie van de Baak Managementcentrum VNO-NCW, zeg ik: ‘Managen van Professionals? Niet doen!’ Kenniswerkers hebben eerder behoefte aan een klankbord dan aan een manager. Wat zij vooral nodig hebben is ruimte om wijsheid te ontwikkelen en ruimte om die wijsheid toe te passen.




Kan de leidinggevende dan verder niets doen? Ik denk het wel: mensen verbinden met een bedrijfsdoelstelling die er echt toe doet, hen ruimte geven om hun werk naar eigen inzicht in te richten, en hen waarderen voor de inspanning en de prestaties die ze leveren. Dat zijn prikkels die mensen aanzetten om de juiste dingen op de juiste manier te doen. Het levert wijze mensen op en dus tevreden klanten. Wat het de kenniswerkers zelf oplevert? Rust, balans en trots. En dat slaapt toch een stuk beter.


(dit artikel is reeds eerder verschenen op het Nieuwe Werken Blog)

Over mij

Mijn foto
Tot 1992 studeerde ik Technische Informatica aan de TU Delft en in 2000 en 2001 heb ik een MBA opleiding gevolgd aan de Rotterdam School of Management. Ik werkte 10 jaar voor PinkRoccade als consultant, project manager, contract manager en business line manager. Daarna werkte ik 4 jaar bij KBenP als principal consultant. Ik was trekker van de thema's "het Nieuwe Werken" en ECM & Search. Daarnaast was ik inhoudelijk betrokken bij de projecten en adviesopdrachten.

Sinds 2010 ben ik zelfstandig ondernemer onder de firmanaam InforU BV. Mijn specialisme is productiviteit en de kenniswerker, het Nieuwe Werken, Web 2.0 en Informatiemanagement.

Publicaties:
*Over Toverdozen en Tovermensen, OverheidsDocumentatie (OD), 2010
*Kenniswerk kan 20% goedkoper –marktonderzoek naar effectiviteit van de kenniswerker KBenP, 2009
* Boekreview: Managing The Crowd – Steve Bailey OD, 2008
* Digitale werkplek voor Rijksambtenaren Overheidsmanagement, 2008
* Samen werken zonder regie leidt niet tot samenwerken Computable.nl, 2007
* Help de Bezoeker Zoekt! Paul Ruijgrok. KBenP Actueel, 2007