De week was de site marokko.nl in het nieuws (zie o.a. http://www.nu.nl/news/1870597/52/Onderzoek_naar_'kwetsende_teksten'_op_marokko.nl.html):
"De minister voor Wonen, Wijken en Integratie, Eberhard van der Laan (PvdA), is een onderzoek begonnen naar de site marokko.nl. Op de website, die subsidie krijgt, zouden opruiende teksten staan.
Dit maakte hij donderdag bekend tijdens de behandeling van zijn begroting.
PVV'er Sietse Fritsma kaartte de kwestie dinsdag aan. Op de site zouden kwetsende teksten worden geplaatst. Reden voor Fritsma de minister te vragen de subsidiekraan voor deze 'haatsite' dicht te draaien. "
Dit illustreert maar weer eens dat web 2.0 nieuwe uitdagingen voor informatiemanagement met zich mee brengt.
Stel je het volgende scenario eens voor:
"Iemand stuurt een kwetsende burgerbrief naar een minister. Hierin staat iets wat volgens de wet niet toelaatbaar is, b.v. omdat het rascistisch is. De minister schrijft keurig een reactie op de brief met daarin een verwijzing naar de inhoud van de brief. Nu valt deze reactie onder de wet openbaarheid bestuur en is deze brief in principe openbaar. Als een journalist deze brief opvraagt, publiceert het ministerie deze brief en zou ze daarmee strafbaar zijn?"
Dat zou wel de consequentie zijn als je de casus van Marokko.nl doortrekt naar "conventionele" interactie met de burger. Het feit dat iemand naar jouw site een "brief" stuurt, maakt jou als site niet opruiend, zou ik denken. Ook niet als alle inkomende brieven voor iedereen toegankelijk zijn.
Maar het heeft blijkbaar in de publieke opinie wel consequenties. De site wordt geassocieerd met de door anderen op de site geplaatste informatie. Dat kan dus ook gebeuren met bedrijven of organisaties die interactie met externen (b.v. klanten) op hun website faciliteren.
Organisaties zullen hier dus vooraf over na moeten denken. Ze zullen structuren moeten bedenken om dit risico te managen. Moderatie vooraf of achteraf kan een optie zijn. Wellicht zijn er ook andere opties. Terecht of onterecht de publieke opinie veroorzaakt dat organisaties hier rekening mee moeten houden.
Peter Drucker stelde ons voor de volgende uitdaging:
De belangrijkste, en een echt unieke, bijdrage van management in de 20e eeuw was het vervijftigvoudigen van de productiviteit van de fabrieksarbeider. De belangrijkste bijdrage die van management in de 21e eeuw wordt gevraagd,is een vergelijkbare toename van de productiviteit van de kenniswerker.
In deze blog zal ik mijn ideeën hierover, vanuit het vakgebied informatiemanagement, delen.
zondag 7 december 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Over mij
- Paul Ruijgrok
- Tot 1992 studeerde ik Technische Informatica aan de TU Delft en in 2000 en 2001 heb ik een MBA opleiding gevolgd aan de Rotterdam School of Management. Ik werkte 10 jaar voor PinkRoccade als consultant, project manager, contract manager en business line manager.
Daarna werkte ik 4 jaar bij KBenP als principal consultant. Ik was trekker van de thema's "het Nieuwe Werken" en ECM & Search. Daarnaast was ik inhoudelijk betrokken bij de projecten en adviesopdrachten.
Sinds 2010 ben ik zelfstandig ondernemer onder de firmanaam InforU BV. Mijn specialisme is productiviteit en de kenniswerker, het Nieuwe Werken, Web 2.0 en Informatiemanagement.
Publicaties:
*Over Toverdozen en Tovermensen, OverheidsDocumentatie (OD), 2010
*Kenniswerk kan 20% goedkoper –marktonderzoek naar effectiviteit van de kenniswerker KBenP, 2009
* Boekreview: Managing The Crowd – Steve Bailey OD, 2008
* Digitale werkplek voor Rijksambtenaren Overheidsmanagement, 2008
* Samen werken zonder regie leidt niet tot samenwerken Computable.nl, 2007
* Help de Bezoeker Zoekt! Paul Ruijgrok. KBenP Actueel, 2007
Geen opmerkingen:
Een reactie posten