zondag 28 december 2008

Plaats- en tijdonafhankelijk?

Als je op het internet zo de discussies over de definitie van het Nieuwe Werken volgt, hoor je vaak het element plaats- en tijdonafhankelijk werken daarin terug komen. Het zou dus niet uitmaken waar of wanneer iemand zijn werk doet.

Als je echter kijkt hoelang telewerken, flexibele werktijden en zelfs parttime werken punten van discussie zijn geweest, zou je denken dat het wel uitmaakt. Blijkbaar staat er wel iets op het spel. En dat is natuurlijk ook. Het gaat er niet om dat je plaats- en tijdonafhankelijk gaat werken. Het gaat erom dat datgene waar de keuze voor plaats en tijd van afhankelijk is, verandert.

In het "oude werken" wordt plaats en tijd bepaald door de werkgever. Je rol binnen de organisatie en vaak ook je plaats in het organisatorische harkje bepaalt achter welk bureau je je werk moet doen en waar dat bureau staat (en vaak ook of dat in de buurt van een raam is). De logica daarachter is dat mensen die hierarchisch dicht bij elkaar staan (zowel horizontaal als vertikaal) veel met elkaar te maken hebben en dus makkelijk met elkaar moeten communiceren. De werkgever heeft nauwelijks een stem in het bepalen van plaats en tijd.

In het Nieuwe Werken wordt plaats en tijd door andere factoren bepaalt. De belangrijkste daarbij is de aard van het werk dat je uitvoert. Dat levert mooie termen op: concentratiewerkplekken, huiskamers op kantoor, thuiskantoren, telewerkkantoren etc. Het gaat hierbij dus om hoe effectief een werkplek de medwerker kan ondersteunen in zijn werk. Maar ook efficientie is een item. Niet meer 2 uur enkele reis in de file staan, maar buiten de file om reizen. En ten slotte is er de werk-prive-balans. Thuiswerken kan soms de combinatie met ouderschap, zorgtaken, hobby's etc. vergemakkelijken.

Plaats- en tijdonafhankelijk werken is een term die vooral een soort rebellenterm is tegen het oude werken. Dat oude werken was plaats- en tijdafhankelijk, dat werkte niet goed voor mij, dus moet het nu onafhankelijk. De uitdaging is om plaats en tijd te kiezen op basis van efficientie, effectiviteit en werk-prive-balans. Daarbij zullen belangen van werkgever én werknemer in meegenomen moeten worden.

woensdag 24 december 2008

7 fasen naar Enterprise 2.0

Bob Larrivee (AIIM) onderscheidt 7 stappen op weg naar Enterprise 2.0 (zie http://www.destinationcrm.com/Articles/CRM-News/Daily-News/The-7-Evolutionary-Phases-of-Enterprise-2.0-51489.aspx):
  1. Islands of Me — the beginning of organizational use of personal computers in which there was a culture of protectionism within facets of an organization;
  2. One-Way Me/Enterprise 1.0 — coworkers ask each other for information, but still only on a "need-to-know" basis;
  3. Team Me — employees understand their own individual power within their work community, but it does not expand enterprisewide;
  4. Proactive Me/Enterprise 1.5 — the ability to always be connected as workers could be distributed globally;
  5. Two-Way Me — communities are explicitly and purposefully created, and collective intelligence is beginning to surface -- albeit not in an automatic way;
  6. Islands of We — focus is on a larger team level and explicitly looks at how networking and community development can drive benefits to the entire organization; and
  7. Extended Me/Enterprise 2.0 (still in the early-adopter phase) — utilizes different information systems in order to foster transparency, has developed a participatory and engaged community, and has the agility to quickly adapt to changing environments.

Wel aardig om te zien dat in zijn pad naar Enterprise 2.0 de toegang tot informatie, de interactie tussen mensen en het delen van kennis verandert. De wijze waarop een organisatie wordt aangestuurd en de vrijheid om plaats- en tijdonafhankelijk te werken blijven in het artikel onbesproken. Zou dat het verschil tussen Enterprise 2.0 en het Nieuwe Werken zijn?

dinsdag 23 december 2008

Boekreview: Managing The Crowd – Steve Bailey


Mijn onderstaande bookreview verscheen in het decembernummer van OD:


Het vak van recordsmanager gaat drastisch veranderen. Dat is één van de zekerheden die Steve Bailey ons meegeeft in zijn boek “Managing the Crowd – rethinking records management for the web 2.0 world”. Door de opkomst van web 2.0 zal de manier waarop we naar informatie kijken belangrijk gaan veranderen en de recordsmanager zal hierin mee moeten gaan. In een overtuigend betoog en doormiddel van kritische vragen komt Steve Bailey tot 10 principes waaraan RecordsManagement 2.0 moet voldoen (zie kader). Het boek geeft nog niet alle antwoorden en is vooral bedoeld om discussies binnen organisaties en binnen het vakgebied op gang te helpen.




====================================================================

10 Principes van RecordsManagement 2.0:



  1. Schaalbaar tot (bijna) in het oneindige

  2. Volledig, met de potentie om alle aspecten van informatiemanagement door de gehele lifecycle te adresseren

  3. Onafhankelijk van specifieke hardware, software of fysieke locatie

  4. Uitbreidbaar en in staat om snel nieuwe prioriteiten en verantwoordelijkheden op te nemen

  5. Potentieel toepasbaar op alle vastgelegde informatie

  6. Proportioneel, flexibel en toepasbaar op verschillende niveaus van kwaliteit en details

  7. Een waardevolle ervaring voor gebruikers met een positieve incentive om deel te nemen

  8. Verkoopbaar aan eindgebruikers, beslissers en belangengroepen

  9. Zelfkritisch en positief ten opzichte van uitdagingen en veranderingen

  10. Acceptabel voor en gedreven door de recordsmanagementgemeenschap en haar deelnemers

===================================================================


Steve Bailey is in Groot-Brittannië een bekende naam op het gebied van recordsmanagement. Momenteel is hij senior adviseur bij JISC infoNet. Hij heeft meer dan 60 publicaties op zijn naam staan en hij is lid van onder andere de Ministry of Justice’s Information Rights User Group en The National Archive’s s.46 Code of Practice Working Group. In het verleden was Bailey directeur van de (Engelse) Records Management Society. In Managing the Crowd kijkt Bailey echter niet terug, maar vooruit. Hij durft en is in staat om kritisch te zijn ten opzichte van de huidige praktijk van recordsmanagement. Hij stelt zich pragmatisch op ten opzichte van iets wat volgens hem zijn vakgebied geheel op zijn kop zal zetten. Al met al leidt dit tot een vlot lezend boek vol prikkelende stellingen en vragen.


Recordsmanagement en web 2.0 lijken immers wel twee tegenpolen te zijn. De eerste is gebaseerd op regels en procedures, de tweede op vrijheid en creativiteit. Maar dat is niet het belangrijkste verschil, aldus Bailey. Het belangrijkste verschil is dat recordsmanagement uitgaat van de inhoud, onafhankelijk van het formaat. Het belang van de inhoud voor de organisatie bepaalt of informatie een record wordt en hoe er met dat record wordt omgegaan. Bij web 2.0 is het precies andersom. Het gaat om het formaat, niet om de inhoud. Foto’s worden op geslagen op Flickr, video’s op YouTube, bookmarks op Delicious et cetera. En er wordt daarbij geen onderscheid gemaakt tussen belangrijke formele stukken of vlugge kattebelletjes.

Verder neemt de hoeveelheid informatie enorm toe. De uitvoerende taak van recordsmanagement wordt daarmee te tijdrovend: classificatie van records, bepalen of iets een record is en het tijdig weer vernietigen van records worden zeer arbeidsintensieve taken. Mogelijke oplossingsrichtingen die Bailey aandraagt zijn: automatiseren, generaliseren (grote groepen informatie-objecten ongezien hetzelfde behandelen) en betrekken van de eindgebruikers. Elke oplossing heeft nadelen, dus iedere organisatie zal hier zelf zijn mix in moeten vinden.


Het is een misvatting te denken dat web 2.0 en daarmee RecordsManagement 2.0 aan sommige organisaties voorbij gaat, aldus Bailey. Iedere organisatie communiceert immers met klanten en leveranciers. En zij gebruiken deze hulpmiddelen wel. De (jonge) medewerkers gaan het van het werkgevers eisen, omdat zij daarmee productiever kunnen zijn en meer voldoening uit het werk kunnen krijgen. Er zijn nu al gevallen bekend waarbij mensen bij een organisatie weggingen vanwege het beleid over (of eigenlijk tegen) web 2.0 toepassingen.


Het lijkt wellicht allemaal nog toekomst muziek en de echte veranderingen zullen wellicht nog wel even kunnen wachten. Veel organisaties worstelen echter vandaag de dag nog steeds met het management van email en de archivering daarvan. Toch werken de meeste organisaties hier al meer dan 10 jaar mee. Wellicht toch een moment van onbevooroordeeld vooruitdenken inlassen?


Managing the Crowd staat vol met dit soort scherpe analyses en nog scherpere vragen over de toekomst van recordsmanagement. Het kan nog alle kanten met web 2.0 uitgaan en dus is ook de uiteindelijke vorm van Recordsmanagement 2.0 nog niet duidelijk. Gelukkig blijven de doelstellingen van en de behoefte aan recordsmanagement onveranderd. De manier waarop die doelstellingen bereikt worden, die zal echter onherkenbaar anders zijn. Kortom, dit boek is een must voor iedereen die vroegtijdig op de komende veranderingen wil anticiperen.

zaterdag 20 december 2008

Het Nieuwe Werken milieuvriendelijk?

Een argument dat weleens genoemd wordt voor het Nieuwe Werken, is dat het milieuvriendelijk is. Het voorkomt files en reiskilometers, vooral met auto en vliegtuig.

Op MD Weekly (zie: http://www.mdweekly.nl/901433/groei-internet-kan-tot-energie-infarct-leiden) stond een artikel, waaruit blijkt dat bandbreedte veel energie vraagt. Dus ook het Nieuwe Werken levert daarmee een milieubelasting op:

"De aanhoudende groei van het internet kan uiteindelijk tot een energie-infarct leiden. Dat is de verwachting van Australische onderzoekers. Kerry Jarnes Hinton, hoofdonderzoeker Electrical and Electronic Engineering aan de universiteit van Melbourne, bouwde een energieconsumptiemodel voor internet waar dit uit bleek. "

*** helaas laat MD Weekly het niet toe om meer dan twee regels over te nemen uit hun artikel ***



donderdag 18 december 2008

IT management is dood, leve informatiemanagement!

Eerder schreef ik al dat de Generatie Einstein zich niets aantrekt van welke middelen de IT afdeling van een organisatie aanbiedt of verbiedt (zie http://productiviteitvandekenniswerker.blogspot.com/2008/11/kun-je-web-20-verbieden.html). In mijn posting over de rijkswerkplek stel ik dat dit voor veel andere kenniswerkers ook geldt (zie http://productiviteitvandekenniswerker.blogspot.com/2008/12/nieuwe-digitale-werkplekken-voor.html).

Toch komt steeds weer in discussie, die ik heb over het nieuwe werken, terug dat de IT afdeling moet inspelen op het Nieuwe Werken. Meestal wordt dan bedoeld de juiste middelen bieden, of e.e.a. beveiligen. Mijn stelling is dat dat dus niet meer werkt. De IT afdeling moet mensen verleiden om gebruik te maken van hun diensten en concurreren daarmee met publiekelijk beschikbare webdiensten. Het overgrote deel zal deze concurrentieslag niet aankunnen. Denk maar eens aan de diversiteit die op het web verkrijgbaar is, dat kan één afdeling nooit aan. Het management van IT middelen voor het Nieuwe Werken is daarmee een onbegonnen zaak.

En toch zal er iets nodig zijn. Want beveiliging van informatie, beschikbaarheid van informatie, compliancy aan wet- en regelgeving, archiefvorming blijven voor organisaties belangrijke aspecten. De informatie moet dus gemanaged worden. Dit belang kun je ook aan medewerkers uitleggen, het is iets wat de organisatie raakt, vooruit kan helpen, maar ook in gevaar kan brengen.

Afspraken maken op dit gebied zal lastig zijn, maar is wel haalbaar. Je kunt immers ook afspraken maken hoe medewerkers met klanten omgaan, zolang je het maar doet vanuit het organisatiebelang en vanuit de individuele motivatie van medewerkers. Schrijf de middelen niet voor, maar bepaal wel met elkaar aan welke eisen de middelen moeten voldoen. Kortom manage de informatie en niet de technologie.

dinsdag 16 december 2008

Wat voor type organisatie wilt u zijn?

In het Nieuwe Werken komen twee aspecten steeds terug:

1. We doen het samen in plaats van alleen

2. We managen niet, maar inspireren en werken samen.


Je kunt vanuit deze twee aspecten ook naar organisaties kijken. Je krijgt dan de volgende vier archetypen van organisaties:

Zowel Enterprise 2.0 als Wikinomics zijn oranisaties die in mijn beeld binnen het Nieuwe Werken passen.
Implementatie van het Nieuwe Werken voor De Fabriek en de Supply Chain is mogelijk iets anders. Voor de Fabriek ligt de nadruk op de samenwerking intern. Bij de Supply Chain ligt de nadruk op samenwerking over organisatorische grenzen heen en misschien juist ook wel op het openbreken van de huidige groep partners naar "crowd sourcing".
Als een organisatie zich van De Fabriek naar Wikinomics wil omvormen, dan is de vraag of je eerst richting de Supply Chain gaat of dat je de route via Enterprise 2.0 gaat. Dit is afhankelijk van waar de meeste vooruitgang kan worden geboekt en waar de minste knelpunten zijn te verwachten.

dinsdag 9 december 2008

Boekenlijst

Steven Kop plaatste op zijn blog de volgende boekenlijst over het Nieuwe Werken:
Blue Ocean Strategy (W. Chan Kim)
De werkbare maatschappij (Pieter Drucker)
De winst van productiviteit (Zegveld)
Generatie Einstein (Jeroen Boschma, Inez Groen)
Getting Things Done (David Allen)
Het Groot Werkvormenboek (Sasja Dirkse-Hulscher, Angela Talen)
Het nieuwe werken, op weg naar een productieve kenniseconomie (Dik Bijl)
Hot, Flat and Crowded (Thomas Friedman)
Infotopia: How Many Minds Produce Knowledge (Cass R. Sunstein)
Knowledge Worker Productivity (Peter Drucker)
Leidinggeven aan professionals? Niet doen! (Mathieu Weggeman)
Onze ijsberg smelt! (Hans van der Loo, Jeroen Geelhoed, Salem Samhoud)
The Art of Working (Erik Veldhoen)
The starfish and the spider (Ori Brafman, Rod A. Beckstrom)
The wisdowm of crowds (James Surowiecki)
The World is Flat (Thomas Friedman)
Wie heeft mijn kaas gepikt? (Spencer Johnson, Kenneth Blanchard)
Wikinomics (Don Tapscott, Anthony Williams)

Ik zou daar zelf Groundswell van Li en Bernhof nog aan toevoegen.

maandag 8 december 2008

Nieuwe digitale werkplekken voor rijksambtenaren

Vorige week verscheen in de Overheid & ICT bijlage van Overheidsmanagement het volgende artikel van mijn hand (zie http://www.overheidsmanagement.nl/tsov/resources/attachments/download/true/im/false/id/55811/ICT_Special_Overheidsmanagement_dec2008.pdf):

Nieuwe digitale werkplekken voor rijksambtenaren
‘Een moderne en efficiënte rijksdienst’ is een steeds meer gehoorde kreet binnen de nederlandse rijksoverheid. Momenteel loopt een aantal programma’s gericht op de vernieuwing van de digitale werkplek van rijksambtenaren. de veranderingen in technologie zijn het meest zichtbaar. de echte resultaten zullen echter voortkomen uit cultuurverandering. de wijze waarop mensen samenwerken en de wijze waarop kennis met elkaar wordt gedeeld, zal komende jaren drastisch veranderen.
Paul Ruijgrok

Sinds de introductie van de pc in de jaren tachtig is de wijze waarop we informatie bewerken en verwerken verder gedigitaliseerd. De wijze waarop deze informatie binnen organisaties is georganiseerd, is echter grotendeels gelijk gebleven. Brieven zijn vervangen door e-mails, archiefkasten door documentmanagementsystemen of netwerkschijven. Met de opkomst van web 2.0 verandert ook de wijze waarop informatie is georganiseerd. Steeds vaker delen mensen informatie via wiki’s, blogs en sociale netwerken. Steeds vaker zijn deze collectief beheerde informatiebronnen ook een belangrijke kennisbron voor medewerkers binnen de organisatie.

De algemene verwachting is dat er de komende decennia een structureel tekort aan hoogopgeleide, talentvolle medewerkers zal zijn. De wijze waarop organisaties aantrekkelijk zijn voor deze medewerkers wordt mede bepaald door de wijze waarop zij kenniswerk organiseren. Bieden zij deze medewerkers een inspirerende omgeving waarin zij zichzelf kunnen ontplooien?

Microsoft, bijvoorbeeld, noemt deze wijze van organiseren ‘het nieuwe werken’. Het nieuwe werken is een visie waarbij recente ontwikkelingen in de informatietechnologie als aanjager gelden voor een beter(e) inrichting en besturing van het kenniswerk. Het gaat om vernieuwing van de fysieke werkplek(ken), de organisatiestructuur en -cultuur, de managementstijl en niet te vergeten de mentaliteit van de kenniswerker en zijn manager. Regievoering binnen organisaties gaat van ‘command and control’ naar ‘connect and collaborate’.

Een vernieuwende rijksdienst
Op 25 september 2007 bood minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken) de Nota Vernieuwing Rijksdienst (NVR) aan de Tweede Kamer aan. De NVR betoogt dat de bedrijfsvoering van het Rijk efficiënter wordt door bijvoorbeeld:
• meer samen te werken;
• de huisvesting te veranderen zodat beleidsambtenaren dichter bij elkaar en het Binnenhof komen;
• één standaardwerkplek in te voeren, zodat beleidsambtenaren dezelfde kantoorautomatisering gebruiken;
• beleidsambtenaren aan te stellen in dienst van het Rijk, in plaats van bij een specifiek ministerie.
Om een nieuwe standaard basiswerkplek te ontwikkelen is het project Gezamenlijke Ontwikkeling Universele rijksDesktop (GOUD) opgezet. Hierbij moet het mogelijk worden om in beginsel vanaf iedere locatie te kunnen (samen)werken op een zo effectief en efficiënt mogelijke wijze. Recentelijk is de aanbesteding van een basiswerkplek ofwel GOUD-werkplek voor zeven departementen afgerond.GOUD is een opstap naar de Digitale Werkplek Rijksdienst (DWR). De doelstelling van DWR is om in 2012 via de browser toegang te geven tot alle informatie die een ambtenaar nodig heeft. Dat kan dan tijd- en plaatsonafhankelijk en de informatie is gepersonaliseerd voor de gebruiker.

Grenzen vervagen
In de praktijk is er al veel veranderd in de wijze waarop mensen hun informatie organiseren. De volgende anekdote illustreert dit.
‘Jan zit in de trein op weg naar het ministerie. Hij heeft de trein een uur later genomen, want in de spits zitten de treinen zo vol dat je er niet fatsoenlijk kunt werken. Vanochtend zag hij thuis op Yammer.com dat zijn collega Piet bezig was met een notitie over een onderwerp waar Jan vorige maand wat research voor had gedaan. Jan stuurde Piet snel zijn Delicious-bookmarks toe om hem verder op weg te helpen. Intussen neemt Jan op zijn laptop de stukken voor zijn vergadering van elf uur door. Gelukkig had al een aantal mensen hun reacties op het stuk gegeven, zodat hij een beetje weet welke kant het straks op zal gaan.Vroeger moest je al die e-mails eerst bij elkaar zoeken, maar nu ze binnen het project met Google Sites werken, staan alle opmerkingen netjes bij het document op zijn scherm. Jan denkt nog even terug aan de vorige bijeenkomst waarin Linda met een heel nieuw probleem kwam, waar Jan eigenlijk niets vanaf wist. Op LinkedIn ziet Jan dat Karel al eerder met het onderwerp bezig is geweest. Even later bedankt Jan Karel door de telefoon voor de toelichting en begint de trein al vaart te verminderen. ‘Mooi’, denkt Jan, ‘nog tijd voor een kopje koffie en ik ben precies op tijd voor de vergadering.’

De technologie, die in het verhaal over Jan wordt beschreven, bestaat en wordt vandaag al door miljoenen mensen op het internet gebruikt. Er vallen twee dingen op. Ten eerste is de stand van de technologie op het internet veel verder dan de technologie die momenteel binnen de meeste organisaties wordt gebruikt.Ten tweede is Jan aan het samenwerken los van organisatorische grenzen. Piet zou wel voor een ander departement kunnen werken en Karel voor een adviesbureau. De informatie en communicatie gaat dus over grenzen van organisaties heen en informatie wordt buiten het beheer van de eigen organisatie bewerkt, beheerd en gedeeld. De grenzen tussen het organisatorische domein en het openbare domein op internet vervagen.

Uitdagingen voor een vernieuwende rijksoverheid
NVR richt zich op efficiëntie en dat kan deels bereikt worden door de productiviteit van de beleidsambtenaar te verhogen. Het beleid kan dan met minder ambtenaren worden vastgesteld. Het nieuwe werken gaat over de productiviteit van de kenniswerker en kan een belangrijke bijdrage leveren aan de zo gewenste kostenbesparing.

Het nieuwe werken gaat echter veel verder dan toegang tot informatie. Het gaat ook over organisatiestructuur en -cultuur,de managementstijl en niet te vergeten de mentaliteit van de kenniswerker en zijn manager. Mensen zullen gaan samenwerken en verbindingen zoeken waar ze de kwaliteit van het werk ten goede komen. Deze verbindingen zullen geen rekening houden met organisatorische grenzen. Mensen zullen die technologische ondersteuning zoeken die het best bij hen past ongeacht de plaats en het eigendom van deze ondersteuning. En ze zullen daar niet mee wachten tot 2012.

Ten slotte nog iets over informatiemanagement. Het vak informatiemanagement betreft onder andere beveiliging, digitale duurzaamheid en het borgen van de authenticiteit van informatie. Met alle relevante informatie binnen de eigen organisatorische grenzen zijn deze aspecten al complex. Met de vervaging van de grenzen tussen het organisatorische domein en het openbare domein op internet zullen hier nog meer uitdagingen bijkomen.

zondag 7 december 2008

Web 2.0 en informatiemanagement

De week was de site marokko.nl in het nieuws (zie o.a. http://www.nu.nl/news/1870597/52/Onderzoek_naar_'kwetsende_teksten'_op_marokko.nl.html):
"De minister voor Wonen, Wijken en Integratie, Eberhard van der Laan (PvdA), is een onderzoek begonnen naar de site marokko.nl. Op de website, die subsidie krijgt, zouden opruiende teksten staan.
Dit maakte hij donderdag bekend tijdens de behandeling van zijn begroting.

PVV'er Sietse Fritsma kaartte de kwestie dinsdag aan. Op de site zouden kwetsende teksten worden geplaatst. Reden voor Fritsma de minister te vragen de subsidiekraan voor deze 'haatsite' dicht te draaien. "

Dit illustreert maar weer eens dat web 2.0 nieuwe uitdagingen voor informatiemanagement met zich mee brengt.

Stel je het volgende scenario eens voor:
"Iemand stuurt een kwetsende burgerbrief naar een minister. Hierin staat iets wat volgens de wet niet toelaatbaar is, b.v. omdat het rascistisch is. De minister schrijft keurig een reactie op de brief met daarin een verwijzing naar de inhoud van de brief. Nu valt deze reactie onder de wet openbaarheid bestuur en is deze brief in principe openbaar. Als een journalist deze brief opvraagt, publiceert het ministerie deze brief en zou ze daarmee strafbaar zijn?"

Dat zou wel de consequentie zijn als je de casus van Marokko.nl doortrekt naar "conventionele" interactie met de burger. Het feit dat iemand naar jouw site een "brief" stuurt, maakt jou als site niet opruiend, zou ik denken. Ook niet als alle inkomende brieven voor iedereen toegankelijk zijn.

Maar het heeft blijkbaar in de publieke opinie wel consequenties. De site wordt geassocieerd met de door anderen op de site geplaatste informatie. Dat kan dus ook gebeuren met bedrijven of organisaties die interactie met externen (b.v. klanten) op hun website faciliteren.

Organisaties zullen hier dus vooraf over na moeten denken. Ze zullen structuren moeten bedenken om dit risico te managen. Moderatie vooraf of achteraf kan een optie zijn. Wellicht zijn er ook andere opties. Terecht of onterecht de publieke opinie veroorzaakt dat organisaties hier rekening mee moeten houden.

woensdag 3 december 2008

ECM en het Nieuwe Werken

Serge Leclercq schrijft op het ECM topic van Computable dat ECM onmisbaar is voor het Nieuwe Werken (zie http://www.computable.nl/artikel/ict_topics/ecm/2794135/1277020/ecm-onmisbaar-in-het-nieuwe-werken.html). ECM zou vooral een rol spelen in plaats- en tijdonafhankelijk toegang tot informatie en documenten.

Mijn reactie daarop:
Het Nieuwe Werken gaat om meer dan alleen plaats- en tijdonafhankelijk werken. Het Nieuwe Werken gaat ook (of misschien wel vooral) over toegang tot kennis en expertise. Die kennis (vaak vastgelegd in informatie) en die expertise (meestal in de vorm van een persoon) die nodig is voor een taak, zal aangewend worden. Ook als deze kennis of expertise buiten de eigen afdeling of zelfs organisatie staat.

De content waarmee gewerkt wordt, is daardoor steeds vaker niet het eigendom van de eigen organisatie. ECM systemen schieten daardoor tekort. Zij hebben als uitgangspunt dat de content die gemanaged gaat worden, eigendom van de organisatie is. Het binnen de eigen organisatie halen van deze niet-eigen informatie is ondoenlijk gezien de hoeveelheid informatie waar we het hierover hebben.

Organisaties die met het Nieuwe Werken aan de gang gaan hebben eerder behoefte aan middelen om samenwerking te ondersteunen (b.v. Sharepoint) en om kennis en expertise te organiseren (respectievelijk b.v. delicious en b.v. Linkedin).

ECM is ook voor het Nieuwe Werken nog steeds relevant, vooral voor informatie die eigendom van de organisatie is. Maar ik denk dat het niet relevanter is dan in het "oude werken".

Over mij

Mijn foto
Tot 1992 studeerde ik Technische Informatica aan de TU Delft en in 2000 en 2001 heb ik een MBA opleiding gevolgd aan de Rotterdam School of Management. Ik werkte 10 jaar voor PinkRoccade als consultant, project manager, contract manager en business line manager. Daarna werkte ik 4 jaar bij KBenP als principal consultant. Ik was trekker van de thema's "het Nieuwe Werken" en ECM & Search. Daarnaast was ik inhoudelijk betrokken bij de projecten en adviesopdrachten.

Sinds 2010 ben ik zelfstandig ondernemer onder de firmanaam InforU BV. Mijn specialisme is productiviteit en de kenniswerker, het Nieuwe Werken, Web 2.0 en Informatiemanagement.

Publicaties:
*Over Toverdozen en Tovermensen, OverheidsDocumentatie (OD), 2010
*Kenniswerk kan 20% goedkoper –marktonderzoek naar effectiviteit van de kenniswerker KBenP, 2009
* Boekreview: Managing The Crowd – Steve Bailey OD, 2008
* Digitale werkplek voor Rijksambtenaren Overheidsmanagement, 2008
* Samen werken zonder regie leidt niet tot samenwerken Computable.nl, 2007
* Help de Bezoeker Zoekt! Paul Ruijgrok. KBenP Actueel, 2007