zondag 27 februari 2011

Er zijn geen geheimen meer

Plutone schrijft op Ambtenaar 2.0 over de hoeveelheid informatie die van mensen in steeds meer databases wordt opgeslagen (zie hier). Hij prijst zichzelf onder andere gelukkig, dat hij op internet onder pseunomiem publiceert.

Maar, het schrijven onder pseudoniem biedt, mede dankzij al die nieuwe technologie, ook geen bescherming. Ik had de echte naam van Plutone in twee minuten op linkedin gevonden en zag dat je daar exact dezelfde pasfoto gebruikt als op Ambetenaar 20.

Als ik wil weten waar hij is geweest, kijk ik op zijn FlickR account en ook welke events hij op Linkedin en A20 hebt aangevinkt. We komen zo langzamerhand uit in de situatie dat ik eerder MINDER van je wil weten dan MEER. Zie ook: http://www.cl.cam.ac.uk/~rja14/Papers/8_friends_paper.pdf

Wanneer het startpunt is dat iedereen alles over iedereen KAN weten, is het al dan niet opslaan van informatie in een database m.i. niet meer zo een heel belangrijke discussie. Er zijn simpelweg geen geheimen meer. De vraag is meer wat de overheid daadwerkelijk met deze informatie gaat DOEN. Dat is een justitiële en zelfs constitutionele aangelegenheid. Hetzelfde geldt voor organisaties, maar daar is het meer een ethische kwestie. Gelukkig zal misbruik van al deze informatie ook niet lang geheim blijven.

vrijdag 18 februari 2011

Vertrouwen op motivatie (2)

Een paar maanden geleden schreef ik over de kracht van motivatie voor de productiviteit van de kenniswerker. Ik ben het boek "De Zeester en de Spin" aan het lezen. Het is een inspirerend boek dat al leidde tot eerder blogposts van mijn hand. En dit boek gaat ook over motivatie.



Het boek gaat over open, gedecentraliseerde organisaties. Voorbeelden die genoemd worden zijn de Apache-indianen, Craigslist, de AA, Wikipedia e.v.a. Ze hebben allemaal als overeenkomst dat er geen centrale sturing is en dat daardoor (dus niet ondanks dat) de organisaties succesvol zijn en bereiken wat ze zich tot doel stellen. Vertrouwen en (zelf)motivatie zijn twee krachten achter deze organisaties, die elkaar overigens versterken. De aansprekende voorbeelden bewijzen dat het realiseren van doelen zonder command&control zeker mogelijk zijn. De auteurs van het boek menen zelfs dat in een aantal gevallen het ontbreken van command&control noodzakelijk is.


Is er dan helemaal geen leiderschap binnen deze organisaties? Niet in de traditionele zin. Decentrale organisaties hebben wel een katalysator en een voorvechter nodig. Twee verschillende rollen, die verschillende vaardigheden vragen. De katalysator is degene met de vernieuwde ideeën en de visie. De voorvechter is degene die voor de uitvoering zorgt en heeft een tomeloze energie en drive. Hun rol is om de connect&collaborate te stimuleren. Maar het verschil met traditioneel leiderschap is dat ze zo min mogelijk op de voorgrond treden. Juist door, daar waar het kan, een stapje terug te doen, geven ze de rest van de organisatie de ruimte om hun ding te doen.

Wanneer een open en decentrale organisatie lukt om een encyclopedie te schrijven, dan moet het toch mogelijk zijn om een aantal processen uit jouw organisatie op deze manier op te zetten?

dinsdag 15 februari 2011

Productiviteit 2.0

Marianne Sturman schreef een paar weken geleden op haar weblog over de noodzaak over harde cijfers over het Nieuwe Werken te beschikken. Daar kun je het niet mee oneens zijn. Aansprekende cijfers zullen twijfelaars over de streep kunnen trekken.

Wanneer zij echter over het nieuwe werken spreekt, stelt ze dit gelijk aan Business Process Redesign (BPR). Nu is BPR een vrij brede term, waar je veel verschillende dingen onder kan verstaan. Volgens Wikipedia is BPR "een managementtechniek en methodologie waarin een organisatie zijn bedrijfsprocessen fundamenteel en radicaal herstructureert om op deze manier grote verbeteringen in de organisatie te weeg te brengen".

Dit gaat echter uit van een traditionele waarde keten, die je bijvoorbeeld als volgt kunt visualiseren:
BPR richt zich op het verbeteren van de productie:
Het Nieuwe Werken of Werken 2.0 is voor mij echter een veel breder begrip, dat op veel meer plaatsen in deze waardeketen ingrijpt:
Juist door een herinrichting van het werk met nadrukkelijk ruimte voor ambities, leercurves en zelf-ontplooiïng, bereik je dat mensen hun behoeften vervullen door te werken zelf en niet alleen door het resultaat (de productie) die wordt geleverd.

Door de grondstoffen slimmer in te zetten, wordt daarnaast bereikt dat dezelfde waarde wordt gecreëerd met minder belasting voor het milieu. Minder werkgerelateerd reizen is daar maar één aspect van, zie mijn eerdere blogpost "Greenwheels voor de kenniswerker". Door fysieke producten te omgeven met diensten en een netwerk-ervaring, wordt met dezelfde grondstoffen meer waarde gecreëerd.

Tenslotte leidt web 2.0 tot een effectievere consumptie. Consumenten-review-websites maken de keuze voor een product effectiever, waardoor producten wat langer gebruikt worden. Marktplaats en andere hergebruik-initiatieven leiden tot minder verspilling. Als bedrijf wil je natuurlijk een stimulerende rol hieraan geven, zodat de positieve lading van je merk beter wordt.

Daar waar BPR leidt tot productiviteit 1.1, leiden het Nieuwe Werken, Werken 2.0 en Web 2.0 tot Productiviteit 2.0.

zondag 13 februari 2011

Hoera, we mogen weer aan het werk!


In oktober schreef ik op deze blog over "Vertrouwen op motivatie". Dank zij een artikel van Albert Meijer en Davied van Berlo op ambtenaar 2.0, stuitte ik op Theory Y van McGregor. McGregor kwam 50 jaar geleden tot dezelfde conclusie: mensen willen hun best doen. Goed werk afleveren alleen is al een voldoende drijfveer om (met plezier) de handen uit de mouwen te steken.

woensdag 9 februari 2011

WikiLeaks zet informatiebeveiliging op directie-agenda

Wanneer informatiemanagement je vakgebied is, kan het natuurlijk niet uitblijven dat je op je weblog iets over WikiLeaks gaat zeggen. Dus blijf ik ook niet achter. Het is niet aan mij om een juridisch of zelfs maatschappelijk oordeel aan WikiLeaks te verbinden. Ik zal het fenomeen daarom vooral vanuit de informatiebeveiliging bekijken. Er zal immers aan heel wat directietafels de vraag worden gesteld of WikiLeaks voor hun bedrijfsinformatie een risico vormt.

De afgelopen jaren heb ik verschillende organisaties geadviseerd over visie, beleid en strategie op het gebied van informatiemanagement en Enterprise Content Management. Eén van de punten die in die adviesopdrachten steevast discussie opleverde, was het dilemma tussen de "open" en "gesloten" informatievoorziening. Je kunt je vast wat bij die discussies voorstellen. Wat bij die discussies vaak over het hoofd wordt gezien is dat niet systemen, maar mensen informatie "lekken". Een gouwe ouwe over dit onderwerp is "50 cent holes".

De problemen binnen organisaties, die ervoor zorgen dat WikiLeaks iets te lekken heeft, zijn echter niet door WikiLeaks veroorzaakt. Ze bestaan al binnen organisaties (overheid of niet). De twee belangrijkste zijn:
1. Blijkbaar zijn er toch altijd individuen die of de organisatie willen schaden of het niet eens zijn met de keuze informatie vertrouwelijk te houden
2. Vertrouwelijke informatie wordt met teveel mensen gedeeld (Amerikaanse overheidsinformatie met 3 miljoen mensen, Nederlandse elektronische patiënteninformatie met 300.000).

WikiLeaks veroorzaak wel twee dingen, die de kans op lekken van informatie groter maken:
1. Ze hebben lekken sexy gemaakt. Mensen worden gemotiveerd om toch vooral zoveel mogelijk informatie te lekken en er wordt gegarandeerd het nieuws mee gehaald.
2. Ze maken lekken effectief. Door de media-aandacht voor WikiLeaks wordt informatie op de site door zeer veel kranten, tv-zenders etc. gelezen en vervolgens naar buiten gebracht.

Het wordt daarom wel zaak voor organisaties (overheid en bedrijven) om naar hun informatiebeveiliging te kijken. De nieuwe context die WikiLeaks veroorzaakt heeft, maakt de ruimte voor fouten hierin kleiner. Het verhaal van de 50-cent holes maakt duidelijk dat alles op slot zetten geen optie is. Dan blijven over:
1. Maak alle informatie, die niet strikt vertrouwelijk is, openbaar
2. Deel strikt vertrouwelijke informatie alleen in de zeer kleine kring, die de informatie echt voor hun werk nodig hebben

Hoewel WikiLeaks openheid nastreeft, zet het eigenlijk informatiebeveiliging weer op de plaats waar het thuis hoort: de directie-agenda.

Zie hier mijn andere blogposts over beveiliging.

maandag 7 februari 2011

Het intranet is dood, lang leve het intranet!

Marloes Pomp vertelt in een interview met Communicatie-Online dat "Het intranet als eerste weg moet". Terecht merkt zij op dat het intranet teveel wordt ingezet voor communicatie "oude stijl". Het neemt de doelgroep (de medewerkers) niet serieus en probeert door informatie-broadcasting gedrag en de (publieke) opinie te sturen. Mij spreekt de 5 strategieën van Forrester meer aan (zie "Een vloedgolf aan goede ideeën").

Feit blijft echter dat een organisatie iets aan zijn medewerkers te vertellen heeft. Het is een heel ander communicatiemiddel dan social media. Anders, maar niet beter of slechter. Het dient een ander doel. Voor mij biedt social media een alternatief communicatiekanaal naast het intranet. Het intranet gebruiken voor de publicatie van bedrijfsnieuws, jaarplannen, personeelsrichtlijnen etc. kan nooit verkeerd zijn. Je kunt het wel verkeerd doen. Wanneer je op een intranet waarheidsgetrouw en respectvol met je collega's communiceert, biedt het een nuttig communicatiekanaal. Jane McConnell constateerde ook dat het intranet een motor voor productiviteit wordt. En wel op een steeds interactieve manier.

Terecht merkt Marloes op dat zelfsturing ook uit de "crowd" kan komen. Ik schreef daar ook al eerder over (zie "Twitterende alter-ego's").

Voor mij blijft het intranet een blijvertje, net zoals ik ook al de personeelskrant een blijvertje noemde (zie "Personeelskrant is een blijvertje"). Maar we moeten het wel anders aan gaan pakken. Het intranet is dood, lang leve het intranet!

Over mij

Mijn foto
Tot 1992 studeerde ik Technische Informatica aan de TU Delft en in 2000 en 2001 heb ik een MBA opleiding gevolgd aan de Rotterdam School of Management. Ik werkte 10 jaar voor PinkRoccade als consultant, project manager, contract manager en business line manager. Daarna werkte ik 4 jaar bij KBenP als principal consultant. Ik was trekker van de thema's "het Nieuwe Werken" en ECM & Search. Daarnaast was ik inhoudelijk betrokken bij de projecten en adviesopdrachten.

Sinds 2010 ben ik zelfstandig ondernemer onder de firmanaam InforU BV. Mijn specialisme is productiviteit en de kenniswerker, het Nieuwe Werken, Web 2.0 en Informatiemanagement.

Publicaties:
*Over Toverdozen en Tovermensen, OverheidsDocumentatie (OD), 2010
*Kenniswerk kan 20% goedkoper –marktonderzoek naar effectiviteit van de kenniswerker KBenP, 2009
* Boekreview: Managing The Crowd – Steve Bailey OD, 2008
* Digitale werkplek voor Rijksambtenaren Overheidsmanagement, 2008
* Samen werken zonder regie leidt niet tot samenwerken Computable.nl, 2007
* Help de Bezoeker Zoekt! Paul Ruijgrok. KBenP Actueel, 2007